HANNOVER – In aanwezigheid van sleutelspelers uit de Nederlandse automotive industrie, kennisinstellingen en overheid, is vandaag de Versnellingsagenda Automotive Industry in Nederland overhandigd aan minister van Economische Zaken Dirk Beljaarts.
De agenda werd tijdens de Hannover Messe officieel overhandigd door Harald Seidel, CEO van DAF Trucks. Deze agenda benadrukt het strategische belang van de sector voor de Nederlandse economie en bevat concrete voorstellen om de positie van Nederland als koploper in duurzame mobiliteit te versterken.
De versnellingsagenda bevat concrete voorstellen voor onder andere de versnelde aanleg van laadinfrastructuur voor zwaar transport, waterstofinfrastructuur, batterijtechnologie, digitalisering, automatisering en circulair materiaalgebruik. Het doel is om de duurzame transitie van de sector niet alleen technologisch, maar ook economisch te verankeren en daarmee tienduizenden banen in Nederland te behouden of zelfs uit te breiden.
Minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken) onderstreepte het belang van een actief industriebeleid: “Met deze agenda benadrukken we dat samenwerking tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid essentieel is om onze internationale positie te behouden. De tijd van vrijblijvendheid is voorbij. Een sterke industrie zoals de automotive sector en technologische bedrijven zijn nodig om afhankelijkheden te voorkomen, voor onze veiligheid, voor economische groei en om hier te kunnen blijven innoveren.”
De agenda wordt gezien als een belangrijke bijdrage aan de nationale industriepolitiek en sluit aan bij het Europese “Action Plan for the Automotive Industry”. De bijeenkomst werd mede namens de sector georganiseerd door RAI Automotive Industry NL. Technisch voorzitter van de bijeenkomst was Pim Grol (Managing Director RAI Automotive Industry NL). Onder de deelnemers bevinden zich vooraanstaande CEO’s en directieleden van onder andere DAF Trucks, NXP, LeydenJar, Milence en GetFocus, evenals vertegenwoordigers van Battery Competence Cluster NL (BCC-NL) en het ministerie van Economische Zaken.