GENÈVE – De internationale wegvervoersorganisatie IRU heeft zich krachtig uitgesproken voor het eerlijke en respectvolle behandelen van chauffeurs uit derde landen die werkzaam zijn in de Europese Unie. Aanleiding zijn recente protesten van buitenlandse chauffeurs in onder meer Frankrijk, Nederland en Italië. De IRU stelt dat deze protesten duidelijk maken dat er nog steeds sprake is van misstanden en uitbuiting bij bepaalde transportbedrijven.
“De aanhoudende protesten benadrukken de dringende noodzaak voor alle werkgevers in de EU om derde-landenchauffeurs eerlijk te behandelen,” zegt Raluca Marian, directeur EU-belangenbehartiging bij IRU. “Zij zijn onmisbaar voor de Europese transportsector en verdienen dezelfde waardigheid, eerlijkheid en respect als hun collega’s uit de EU.”
De IRU roept, net als in eerdere gevallen, op tot strikte naleving van de wet en dringt er bij handhavingsinstanties op aan om hard op te treden tegen illegale praktijken door transportbedrijven. “De sector moet vrij blijven van uitbuiting die het levensonderhoud van chauffeurs schaadt en het imago van het wegvervoer ondermijnt,” aldus Marian.
In tijden van structureel chauffeurstekort spelen derde-landenchauffeurs een cruciale rol. Volgens de IRU is het essentieel dat deze groep op een menswaardige manier wordt geïntegreerd in de Europese transportsector. Dat betekent eerlijke arbeidsvoorwaarden voor álle chauffeurs, ongeacht hun herkomst.
De IRU blijft samenwerken met de Europese Commissie, vakbonden en controle-instanties om ervoor te zorgen dat alle chauffeurs in Europa worden behandeld met respect, in volledige overeenstemming met de Europese regelgeving.