URMOND/MAASTRICHT – Transportbedrijf Witran B.V. uit Urmond is door de kantonrechter in Maastricht veroordeeld tot het uitbetalen van €21.356,17 aan een werknemer. Het bedrag betreft gereserveerd nettoloon dat het bedrijf, op verzoek van de werknemer, jarenlang niet rechtstreeks uitbetaalde. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Limburg.
De zaak draait om een arbeidsconflict tussen Witran en een werknemer die sinds 2013 in dienst is als algemeen medewerker. In het verleden runde hij samen met zijn zus een transportbedrijf, dat in 2012 failliet ging. Sindsdien werkte hij voor Witran, waar zijn zus inmiddels als bedrijfsleidster werkt. De verstandhouding tussen de twee en haar partner – die tevens bestuurder is van Witran – is de afgelopen jaren ernstig verslechterd.
‘Spaarpotconstructie’ uit loontechnische overwegingen
De werknemer beweerde dat hij jarenlang te weinig loon had ontvangen en vorderde onder meer ruim €47.000 aan achterstallig salaris, inclusief wettelijke verhoging en rente. Volgens Witran was echter sprake van een afspraak: vanaf 2018 werd, op verzoek van de werknemer, een deel van zijn nettoloon ingehouden en in een interne “spaarpot” gezet. Reden hiervoor waren financiële omstandigheden zoals schulden en alimentatieverplichtingen, aldus het verweer van de werkgever.
De rechter ging hierin mee en stelde vast dat de werknemer zelf had verzocht om het loon in te houden en dat dit niet betekende dat het loon niet toegekend was. Omdat de werknemer in augustus 2023 verzocht om het gereserveerde bedrag alsnog uit te betalen, moet Witran nu het nog openstaande bedrag van €21.356,17 voldoen, minus al eerder gedane betalingen van tweemaal €5.789,04. De wettelijke rente over het openstaande bedrag loopt vanaf oktober 2023.
Vordering tegen bestuurders afgewezen
De werknemer probeerde ook de bestuurder en diens holding persoonlijk aansprakelijk te stellen wegens vermeend onrechtmatig handelen. De rechter wees deze vordering resoluut af. Volgens de rechtbank was er geen sprake van “bewust chicaneren” of betalingsonmacht aan de zijde van Witran, en kon de werknemer zijn zware beschuldigingen niet onderbouwen.
Geen cao of pensioenplicht vastgesteld
Verder eiste de werknemer dat de cao voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf en de verplichtingen van het Pensioenfonds Metaal en Techniek van toepassing zouden worden verklaard. Ook deze vorderingen wees de rechter grotendeels af. Hoewel Witran mogelijk binnen de werkingssfeer van de cao valt voor periodes waarin deze algemeen verbindend was verklaard, kon niet worden vastgesteld dat de cao structureel van toepassing was. Van een verplichte pensioenregeling was evenmin sprake.
Conclusie
Witran moet het resterende bedrag aan gereserveerd loon alsnog uitbetalen. De overige vorderingen van de werknemer – zoals aanvullende loonbetalingen, schadevergoedingen en dwangsommen – werden afgewezen. Beide partijen dragen hun eigen proceskosten.