DEN HAAG – Het aandeel werkenden in de leeftijdsgroep van 25 tot 45 jaar is tussen 2015 en 2022 gestegen, maar stagneert inmiddels vrijwel volledig. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers. In 2024 had 87,4 procent van deze groep betaald werk, een lichte daling ten opzichte van 87,5 procent in 2023.
Sinds 2014 is de arbeidsparticipatie onder 25- tot 45-jarigen met 4,5 procentpunt gestegen. Vooral vrouwen zorgden voor een sterke groei van 6,5 procentpunt, terwijl de toename bij mannen met 2,5 procentpunt beperkter was. Sinds 2022 is echter bij zowel mannen als vrouwen nauwelijks nog groei zichtbaar.
Volgens het CBS hebben verbeterende economische omstandigheden en een hoger opleidingsniveau bijgedragen aan de stijgende arbeidsparticipatie. Ruim de helft (52,5 procent) van de 25- tot 45-jarigen beschikte in 2024 over een hbo- of wo-diploma, een duidelijke stijging vergeleken met 41 procent in 2014. Ook hier is de stijging bij vrouwen groter dan bij mannen.
De leeftijdsgroep 25 tot 45 jaar vormt inmiddels ruim 40 procent van de totale beroepsbevolking, goed voor 4,1 miljoen mensen. Dit aandeel groeit weer sinds 2020, nadat eerder vooral het aandeel ouderen toenam door vergrijzing en de verhoogde pensioenleeftijd.
Het CBS meldt verder dat in 2024 ongeveer 451 duizend mensen tussen 25 en 45 jaar niet deelnamen aan de arbeidsmarkt. Van deze groep noemt 44 procent ziekte of arbeidsongeschiktheid als belangrijkste reden. Bij vrouwen speelt daarnaast zorg voor gezin of huishouden een belangrijke rol (30 procent).