DEN HAAG – Asielminister Marjolein Faber is “onzorgvuldig” geweest bij de voorbereiding van haar wetsvoorstellen die moeten helpen de asielinstroom te verlagen. Dat schrijft de Raad van State in een advies. Organisaties als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de rechtspraak hebben bijvoorbeeld veel te kort de tijd gehad om hun zienswijze te geven.
De voorstellen zijn bedoeld om de druk op de asielketen te verlichten, maar kunnen volgens de raad in plaats daarvan juist tot een zwaardere belasting leiden. De IND zal “bewerkelijkere beslissingen” moeten nemen. Het valt volgens de raad te verwachten dat asielzoekers daarom vaker naar de rechter stappen. De afdeling advisering van de raad verwacht bovendien dat procedures langer zullen duren, met als gevolg dat mensen langer in de asielopvang blijven.
Zoals eerder al in de media is uitgelekt, adviseert de raad om de wetten eerst aan te passen voordat deze naar de Tweede Kamer worden gestuurd. De adviseurs manen Faber om “voor iedere maatregel dragend te motiveren waarom deze effectief en uitvoerbaar is, en anders van de maatregel af te zien”. Dat ligt vooral gevoelig bij coalitiepartner PVV, die elke aanpassing er één te veel vindt.
In het coalitieakkoord was aanvankelijk afgesproken dat het staatsnoodrecht zou worden toegepast om het asielbeleid fors aan te scherpen. Op aandringen van NSC werd daaraan de voorwaarde gesteld dat Faber die omstreden stap van een “dragende motivering” zou voorzien. Dat lukte haar niet, waarna besloten werd alsnog snel met reguliere wetgeving te komen.