DEN HAAG – In 2024 hielden railinspecteurs van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) samen met de Politie Landelijke Eenheid alcoholcontroles bij treinmachinisten, treindienstleiders, tram- en metrobestuurders.
In totaal zijn 241 blaastesten afgenomen; geen van de gecontroleerde personen overtrad de regels. De resultaten van de alcoholcontroles heeft de ILT gedeeld met de betrokken spoorwegondernemingen en de gemeenten waar de lokale vervoersbedrijven actief zijn.
Controles in diverse vervoersregio’s
De blaastesten werden bij in totaal 233 machinisten en tram- en metrobestuurders en 8 treindienstleiders van infrabeheerder ProRail afgenomen. De controles zijn uitgevoerd op het hoofdspoor, op de treinstations Amsterdam Centraal Station, Utrecht Centraal Station en Nijmegen en op rangeerterrein Kijfhoek.
Het zwaartepunt voor tram en metro lag bij de 4 lokale personenvervoerders: RET (regio Rotterdam), GVB (regio Amsterdam), HTM (regio Den Haag) en Qbuzz (regio Utrecht). De gecontroleerde personen reageerden overwegend positief op het feit dat de alcoholcontroles werden gehouden.
Lager toegestane alcoholpromillage
Het werken onder invloed van alcohol kan de veiligheid van spoormedewerkers, reizigers en de spoorwegveiligheid ernstig in gevaar brengen. Daarnaast staan de meeste spoorwegondernemingen in het geheel geen alcoholgebruik toe, dus ook niet het wettelijk toegestane promillage.
In de nieuwe Spoorwegwet wordt het toegestane alcoholpromillage verlaagd van 0,5 naar 0,2 promille. Hiermee wordt de norm hetzelfde als de norm die geldt in de Wegenverkeerswet voor beginnende autobestuurders. De nieuwe spoorwegwet wordt waarschijnlijk het komend jaar van kracht.