CAPELLE AAN DEN IJSSEL – Het eerste loon in het nieuwe jaar betekent voor de meeste werknemers in de transport goed nieuws. Werknemers met een bruto modaal inkomen, € 3.588, krijgen in vergelijking met vorig jaar € 40 meer bijgeschreven op hun bankrekening. Dit blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP.
De belangrijkste reden dat er onderaan de streep voor de meesten meer geld overblijft is een lager belastingtarief in de eerste schijf die loopt tot en met een jaarinkomen van € 38.441. Werknemers met een minimumloon op basis van 40 uur, € 2.446, gaan er netto € 55 op vooruit. Bij een bruto inkomen van twee keer modaal, € 7.176, bedraagt de toename € 42.
Door wijzigingen in de heffingskortingen gaan werknemers met een brutoloon tussen € 1.000 en € 2.000 per maand er op achteruit. In het algemeen zijn dit mensen die in deeltijd werken. In de transportsector krijg je bij een brutoloon van € 2.000 per maand € 25 minder per maand dan afgelopen jaar.
Werkgeverslasten
De werkgeverslasten, bestaan uit onder andere premies werknemersverzekeringen, Zvw-bijdrage en pensioenpremies. De premies voor de werknemersverzekeringen stijgen, maar de Zvw-bijdrage daalt. Het maximumbedrag waarover de premies en bijdrage worden berekend wordt verhoogd.
De werkgever gaat bij een minimumloon op basis van 40 uur en een modaal inkomen respectievelijk € 19 en € 1 meer betalen. De totale werkgeverslasten stijgen met € 150 voor een werknemer met een inkomen van twee keer modaal.
Bij een loon tot en met € 5.500 dalen de pensioenlasten. Daarboven stijgen de pensioenlasten door de hogere maximum pensioengrondslag. De werkgever is maximaal € 56 per maand, per werknemer meer kwijt aan pensioenpremie.
