ZUTPHEN – De rechtbank veroordeelt een 19-jarige man uit de gemeente Mook en Middelaar tot de maximale taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden.
De man is schuldig aan zware mishandeling door het veroorzaken van een verkeersongeval. Ook is de man schuldig aan het doorrijden na het ongeval waarbij hij het slachtoffer in hulpeloze toestand achterliet.
De man reed in Ooij op 17 mei 2023 na het passeren van een wegversmalling een wielrenner aan. De man maakte een stuurbeweging in de richting van de wielrenner en raakte daarbij de wielrenner die aan de rechterkant van de rijbaan fietste. Door deze botsing viel de wielrenner en raakte zwaargewond. De man reed na het ongeval door en bekommerde zich niet om het slachtoffer.
Uit de medische informatie blijkt dat het slachtoffer meerdere botbreuken opliep. De wielrenner las op de zitting een slachtofferverklaring voor. Hieruit blijkt dat het ongeval grote impact heeft op hem en zijn gezin en hij nog dagelijks de gevolgen ondervinden.
De rechtbank stelt op grond van de verklaring van het slachtoffer en getuigenverklaringen vast dat de man een abrupte en onnodig forse stuurbeweging maakte in de richting van de wielrenner. Met dit rijgedrag zette de man het leven van een andere verkeersdeelnemer op het spel. De rechtbank vindt bewezen dat de man door op deze wijze te handelen opzet had om het slachtoffer zwaar te verwonden. Er is daarom sprake van zware mishandeling.
Volgens de rechtbank moet de man geweten hebben dat hij de wielrenner had aangereden. Desondanks reed de man door en liet hij het slachtoffer in hulpeloze toestand achter. Daarom veroordeelt de rechtbank de man ook voor het doorrijden na een ongeval. De man lijkt zijn eigen handelen te bagatelliseren en ook op de zitting bleek dat hij niet inziet dat zijn handelen onjuist is geweest.
Bij het opleggen van de straf houdt de rechtbank rekening met de jonge leeftijd van de man en het gegeven dat hij niet eerder is veroordeeld. Gelet op de ernst van het delict legt de rechtbank de maximale taakstraf van 240 uur op.
De rechtbank heeft zorgen voor de toekomst over het gebrek aan zelfinzicht bij de man. Dat is aanleiding om naast de taakstraf een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen voor de duur van acht maanden om zo herhaling te voorkomen.
Daarbij mag de man 18 maanden geen motorrijtuigen besturen. De rechtbank vindt een ontzegging van deze duur noodzakelijk om andere verkeersdeelnemers te beschermen tegen het onveilige en onverantwoorde rijgedrag van de man.