DEN HAAG – Het Openbaar Ministerie (OM) is na nader onderzoek tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om voormalig ING-bestuurder Hamers verder strafrechtelijk te vervolgen voor strafbare feiten die binnen ING hebben plaatsgevonden.
Het OM zal aan het gerechtshof in Den Haag, dat de vervolging van de heer Hamers eerder had bevolen, vragen of de vervolging gestaakt kan worden. Dit besluit volgt op het afgeronde strafrechtelijk onderzoek naar de betrokkenheid van de voormalig bestuurder bij het overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft) en schuldwitwassen door ING. De bank betaalde eerder een hoge transactie aan de Staat voor deze overtredingen.
775 miljoen euro
In september 2018 heeft ING na onderzoek een transactiebedrag van 775 miljoen euro aan de Staat betaald. Daarmee heeft de bank verantwoording afgelegd voor het plegen van – door het OM geconstateerde – jarenlange en structurele overtreding van de Wwft en schuldwitwassen. Er werden destijds geen natuurlijke personen vervolgd. Nadat het gerechtshof in Den Haag op 9 december 2020 de strafvervolging van de voormalig CEO van ING had bevolen, is een nieuw strafrechtelijk onderzoek met de naam Eastwood gestart om te onderzoeken of Hamers feitelijk leiding had gegeven aan de door ING gepleegde strafbare feiten. Er is door de FIOD nader onderzoek gedaan en er is een groot aantal getuigen gehoord door de rechter-commissaris.
Strafrechtelijke aansprakelijkheid
De geconstateerde structurele overtreding van de Wwft door ING heeft voor een deel plaatsgevonden toen Hamers CEO was van de ING. Onderzoek Eastwood heeft duidelijk gemaakt dat de raad van bestuur van ING, in de periode dat Hamers CEO was, bekend was met gebreken in het FEC CDD beleid. Dat beleid was bedoeld om betrokkenheid van ING bij witwassen te voorkomen. Die signalen kregen in oktober en november 2014 extra prioriteit na een kritisch rapport van de interne accountantsdienst CAS en een daarop volgende alarmerende e-mail van het hoofd juridische zaken van ING.
Uit het onderzoek is gebleken dat die e-mail binnen de raad van bestuur de nodige aandacht heeft gekregen. Er is onder leiding van de chief risk officer en van het hoofd compliance onderzoek gedaan naar de ernst van de gesignaleerde gebreken. Dat onderzoek heeft geresulteerd in een analyse van CAS die begin 2015 is gedeeld met onder meer Hamers. In die analyse kreeg de compliance van ING Nederland de kwalificatie ‘sufficient’.
Hoewel achteraf moet worden geconcludeerd dat de destijds door ING intern getroffen maatregelen onvoldoende waren, concludeert het OM dat het onderzoek onvoldoende bewijs heeft opgeleverd dat een persoonlijke strafrechtelijke aansprakelijkheid van Hamers zou rechtvaardigen. De conclusie van het OM is dat Hamers niet strafbaar feitelijk leiding heeft gegeven aan de overtredingen door de ING van de Wwft of witwassen.
Bewilliging
Het OM zal bij het gerechtshof in Den Haag vragen om bewilliging van het bevel tot vervolging van de heer Hamers. Bewilliging wil zeggen dat het OM het gerechtshof zal vragen om goed te keuren dat de verdachte niet verder wordt vervolgd. Dit verzoek is in voorbereiding en zal in het eerste kwartaal 2025 bij het gerechtshof worden ingediend. Het Hof zal dan beslissen of het OM de vervolging kan staken of niet.