DEN HAAG – Het bruto binnenlands product (bbp) van Nederland groeide in 2023 met slechts 0,1 procent, mede door een negatieve bijdrage van de uitvoer van goederen en diensten. Volgens nieuwe cijfers van het CBS zorgde vooral een daling in de export van aardgas en chemische producten voor de tegenvallende groei.
Negatieve bijdrage van uitvoer
De export van goederen van Nederlandse makelij droeg met -0,4 procentpunt bij aan de bbp-groei. De wederuitvoer van goederen had geen effect, terwijl de export van diensten een positieve bijdrage van 0,1 procentpunt leverde. Dit is echter een stuk lager dan in 2022, toen de dienstenexport 2,3 procentpunt bijdroeg dankzij het herstel na de coronacrisis.
Aardgasexport en chemie drukken groei
De grootste negatieve impact kwam uit de delfstoffenwinning. Door een afname van 31,7 procent in de export van aardgas droeg deze sector voor -0,4 procentpunt bij aan de bbp-groei. Ook de chemische industrie noteerde een flinke daling van 13 procent in exportvolume, wat zorgde voor een negatieve bijdrage van 0,1 procentpunt.
Andere sectoren, zoals de voedings- en genotmiddelenindustrie, landbouw, en verschillende industrieën (elektronica, farmacie, metaal), hadden eveneens een negatieve invloed op de bbp-groei door dalende uitvoervolumes.
Positieve uitzonderingen
Een lichtpunt was de machine-industrie, waarvan de export in 2023 met 16 procent steeg. Deze groei leverde een positieve bijdrage van 0,2 procentpunt aan de economische groei. Ook de aardolie-industrie en de auto- en aanhangwagenindustrie droegen bescheiden bij aan de bbp-groei.