UTRECHT – Eind september 2024 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over de berekening van de waarde van vakantiedagen voor werknemers in de transportsector die vallen onder de cao voor het beroepsgoederenvervoer. De uitspraak biedt duidelijkheid voor chauffeurs en werkgevers over hoe overuren moeten worden meegenomen bij de vaststelling van het loon tijdens vakantie.
Waar ging de zaak over?
In een rechtszaak tegen transportbedrijf Mammoet speelde de vraag of alle overuren meetellen bij de bepaling van de waarde van een vakantiedag. De werkgever stelde dat alleen overuren die in opdracht van het bedrijf waren gemaakt meetellen. De werknemer was het daar niet mee eens en vond dat ook overuren die op eigen verzoek waren gemaakt meegenomen moeten worden.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad gaf de werknemer gelijk. Volgens de rechter moet het loon tijdens vakantie overeenkomen met het loon dat een werknemer had ontvangen als hij had gewerkt. Dit betekent dat alle overuren – ongeacht of deze in opdracht van de werkgever of op initiatief van de werknemer zijn gemaakt – meetellen bij de berekening van de waarde van vakantiedagen.
Relevantie voor chauffeurs
Deze uitspraak benadrukt dat chauffeurs recht hebben op een eerlijke compensatie tijdens hun vakantie. Dit geldt niet alleen voor de 22 wettelijke vakantiedagen, maar ook voor extra vakantiedagen, zoals in eerdere rechtspraak is vastgesteld. Daarnaast is het niet toegestaan om toeslagen en vergoedingen af te toppen bij het bepalen van de vakantiewaarde.