WOLFSBURG – De voorstellen van Duitse vakbonden om te bezuinigen bij Volkswagen gaan niet ver genoeg. Dat heeft Volkswagen-topman Oliver Blume woensdag gezegd tegen werknemers.
“Wij, het management, leven niet in een droomwereld”, zei Blume tijdens een bijeenkomst in de Volkswagen-fabriek in Wolfsburg, die volgens vakbond IG Metall door ongeveer 20.000 werknemers werd bijgewoond. “We nemen beslissingen in een snel veranderende omgeving. We maken ons zorgen over de toekomst van ons bedrijf.”
Daniela Cavallo, voorzitter van de ondernemingsraad van Volkswagen, zei dat beide partijen compromissen moeten vinden om voor Kerstmis tot een akkoord te komen. “Dat betekent het sluiten van compromissen. En concessies. Dingen die je niet leuk vindt en die soms pijn doen.”
Landelijke stakingen
Circa 100.000 Volkswagen-medewerkers namen maandag en dinsdag deel aan landelijke stakingen om druk uit te oefenen op de bestuursleden, die dreigen met een loonsverlaging van 10 procent en fabriekssluitingen. De werknemers kwamen vorige week zelf met een pakket van 1,5 miljard euro aan extra bezuinigingen, waaronder lagere dividenduitkeringen, verminderde bonussen en het overhevelen van loonsverhogingen naar een fonds om mogelijke ontslagen en arbeidstijdverkorting te bekostigen. Dat voorstel werd door het bestuur afgewezen.
De Duitse minister van Arbeid Hubertus Heil mengde zich woensdag ook in de discussie en zei dat Volkswagen een oplossing moet vinden zonder gedwongen ontslagen. Heils partij, de Sociaaldemocratische Partij, bevindt zich midden in een politieke strijd sinds de Duitse coalitie vorige maand uiteenviel. Eind februari zijn er nieuwe verkiezingen.
Belangrijke stem
De bedrijfsstructuur van Volkswagen geeft werknemers een belangrijke stem in belangrijke beslissingen, waardoor het voor het management moeilijk is om pijnlijke kostenbesparingen door te voeren. Werknemersvertegenwoordigers bezetten de helft van de zetels in de raad van commissarissen, terwijl Volkswagens thuisstaat Nedersaksen nog eens twee zetels heeft.
Volkswagen kampt met een dalende vraag naar elektrische voertuigen, stijgende kosten en toenemende concurrentie.