DEN HAAG – De ruim drie miljoen leden van ambtenarenpensioenfonds ABP kunnen komend jaar 1,84 procent meer pensioen tegemoet zien. Dat heeft het grootste pensioenfonds van ons land donderdag bekendgemaakt. De verhoging is groter dan die andere pensioenfondsen eerder aankondigden. Maar waar deze de verwachtingen eerder al temperden, verwachtte ABP juist meer te kunnen verhogen.
De gedaalde rente heeft ertoe geleid dat de fondsen meer geld opzij moeten zetten om aan toekomstige pensioenverplichtingen te voldoen. Ook moeten de fondsen rekening houden met hun eigen beleid als het gaat om het berekenen van de inflatie en het meeverhogen van de pensioenen. De financiële positie van ABP maakt het echter mogelijk om de pensioenen wel met een dergelijke stap te verhogen, aldus het fonds.
Desondanks waren het volgens bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen alsnog een paar spannende weken. “Het was onzeker of we de pensioenen konden laten meestijgen met de prijzen. De lagere rente verslechterde de financiële positie en verkleinde zo de ruimte voor pensioenverhoging”, legt hij uit. “Daarom ben ik blij dat de financiële positie van eind oktober het toelaat om de pensioenen volgend jaar gedeeltelijk te verhogen.”
‘Gezonde financiële positie’
De verhoging met 1,84 procent door ABP komt neer op ongeveer de helft van de prijsstijging die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft berekend. Die berekening heeft betrekking op de periode tussen 1 september 2023 en 1 september 2024, waarin de prijzen volgens het statistiekbureau met 3,56 procent stegen. Dat zou ook de maximale verhoging van de pensioenen zijn.
Het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW), dat de pensioenen van ruim twee miljoen mensen beheert, maakte eerder deze maand bekend dat de pensioenen helemaal niet omhoog gaan. Op die manier wil het fonds een “gezonde financiële positie” hebben in aanloop naar de nieuwe pensioenregeling. Ook PMT, het fonds voor de metaal en techniek, stelde eerder dat de financiële situatie nog onvoldoende was om eind dit jaar een verhoging te kunnen doorvoeren.
De pensioenfondsen voor de metalelektro en de bouw, PME en bpfBOUW, meldden afgelopen weekend de pensioenen beperkt te verhogen. Voor deze fondsen gaat het om stijgingen van respectievelijk 0,3 procent en 0,75 procent. PME gaf daarbij aan een grotere verhoging onverantwoord te vinden, gezien de onzekerheid over de renteontwikkeling op de financiële markten.