ZOETERMEER – Vrachtwagens met waterstofverbranding zijn straks welkom in de zero-emissiezones. Het ministerie van I&W werkt op dit moment aan een aanpassing van de Nederlandse definitie van zero-emissievoertuigen om dit mogelijk te maken. Dat meldt Transport en Logistiek Nederland (TLN).
Concreet houdt deze aanpassing in dat verbrandingsmotoren die op waterstof werken (H2ICE, oftewel waterstof-verbrandingsmotoren) als zero-emissie-aandrijflijnen worden beschouwd. De voorgenomen wijziging komt voort uit afspraken die hierover in Brussel zijn gemaakt voor de EU-lidstaten.
“De drempelwaarde voor CO₂ ligt op 3 gram per tonkilometer. Dit gaat specifiek om de uitstoot van de aandrijflijn van het voertuig (tank-to-wheel), niet om de brandstof zelf. Naast CO₂ (broeikasgas) wordt de aanstaande Euro-7 norm gehanteerd voor schadelijke emissies”, aldus TLN.
“H2ICE-vrachtwagens voldoen zowel aan de CO2-drempelwaarde als aan de Euro-7 norm voor schadelijke emissies, waardoor hun emissies als ‘near-zero’ beschouwd worden. Motoren die werken op andere alternatieve brandstoffen voldoen niet aan de grenswaarde omdat er bij energiedragers zoals HVO en bioLNG altijd sprake is van verbranding van koolstofmoleculen.”
Tot nu toe werden alleen voertuigen met een elektrische aandrijflijn met energie uit batterijen of waterstof (omgezet via een brandstofcel) erkend als zero-emissievoertuigen. De wetgeving die H2ICE binnen deze definitie brengt, wordt toegevoegd aan het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990). Het hele proces moet in januari 2026 voltooid zijn.
“De financiële haalbaarheid van de inzet van H2ICE in vergelijking met batterij-elektrische vrachtwagens is nog onduidelijk. Dit hangt nauw samen met de uiteindelijke prijs van groene waterstof.”
