Rabobank voorziet economische krimp in regio’s met veel industrie

UTRECHT – Regio’s in Nederland met veel industriële bedrijven en landbouwondernemingen krijgen dit jaar te maken met een zeer beperkte groei of zelfs economische krimp, staat in een rapport van Rabobank. “We verwachten krimp in de landbouw, de logistiek, de industrie en met name de bouw. Vooral in de productiesectoren is het economische vooruitzicht dus minder rooskleurig”, stellen de economen.

Het gaat om productieregio’s als Zuidwest-Friesland, Delfzijl en omgeving, Zeeuws-Vlaanderen en de Achterhoek. “Ook Oost-Groningen, Twente, Noord- en Zuid-Limburg en de Brabantse regio’s huisvesten relatief veel industrie en groeien daardoor waarschijnlijk beperkt”, voorziet de bank. Door de verwachte krimp in de machinebouw is ook de economische groei in technologieregio Brainport Eindhoven onzeker. In dit gebied zijn belangrijke techbedrijven actief zoals Philips, ASML en VDL Groep.

Volgens Rabobank kunnen regio’s met veel ICT- en specialistische zakelijke dienstverlening dit jaar juist een groei-impuls verwachten vanuit die sectoren. Uitschieters op dat gebied zijn de regio Den Haag, Utrecht en vooral Groot-Amsterdam. “Deze regio profiteert van de groeiende markt voor specialistische diensten en ondervindt nauwelijks hinder van de krimpende productiesectoren”, concluderen de Rabo-economen.

Groot-Amsterdam

Rabobank verwacht voor dit jaar een bescheiden economische groei van 0,6 procent, waarbij vooral de sectoren zorg, ICT en de specialistische zakelijke dienstverlening het goed zullen doen. Dit betreft onder andere advocatenkantoren, adviesbureaus en notarissen. Samen met ICT, vormen deze bedrijven in en rondom de hoofdstad maar liefst een kwart van de totale economie. Landelijk ligt dit aandeel op slechts 14 procent.

Groot-Amsterdam laat dit jaar naar verwachting verreweg de grootste groei zien met ruim 2 procent. De regio profiteert van “de nabijheid van Schiphol, de vele onderwijsinstellingen die een continue stroom van werknemers leveren, en de hoge dichtheid van kennisnetwerken.”