DEN HAAG – De Nederlandse export van goederen naar het Verenigd Koninkrijk (VK) is sinds de Brexit achtergebleven, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De exportwaarde van goederen van Nederlandse makelij naar het VK is de afgelopen jaren wel gestegen, maar de toename was minder sterk dan de totale export naar alle landen.
Volgens het CBS werd in 2015, het jaar vóór het referendum waarin de Britten kozen voor het verlaten van de EU, voor 18,9 miljard euro aan goederen van Nederlandse makelij naar het VK uitgevoerd. In 2023 was dat 26,1 miljard euro, een stijging van 38 procent. In diezelfde periode steeg de totale export van goederen van Nederlandse makelij naar alle landen echter met 57 procent.
Nederland exporteert vooral geraffineerde aardolieproducten naar het VK. De exportwaarde van deze producten steeg van 1,1 miljard euro in 2015, naar 3,9 miljard euro in 2023. De stijging werd met name veroorzaakt door hogere prijzen van aardolieproducten. Andere belangrijke exportproducten zijn bloemen en planten en groenten en wortels. Ook in 2015 waren dit de belangrijkste drie productgroepen voor de export naar het VK.
De achtergebleven export komt volgens het CBS met name doordat de wederuitvoer en quasi-doorvoer van goederen naar het VK sterk zijn afgenomen. Wederuitvoer betreft ingevoerde goederen van buitenlandse makelij die tijdelijk eigendom van een Nederlands bedrijf worden en daarna weer worden uitgevoerd. Van quasi-doorvoer is sprake wanneer de ingevoerde goederen tijdens het gehele verblijf in Nederland eigendom blijven van een buitenlands bedrijf.
Zo is de waarde van de wederuitvoer van telefoons, modems en routers naar het VK bijna gehalveerd ten opzichte van 2015. Mogelijk worden deze apparaten nu rechtstreeks uit bijvoorbeeld China of een omliggend Aziatisch land naar het VK vervoerd, stelt het CBS.
