DEN HAAG – De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van dit jaar sterker gekrompen dan eerder werd gedacht. Volgens een nieuw cijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bedroeg de krimp 0,5 procent in vergelijking met het voorgaande kwartaal. Eerder werd een krimp van 0,1 procent gemeld door het statistiekbureau. De grotere krimp komt volgens het CBS vooral door een neerwaartse bijstelling van de uitvoer.
Het economisch beeld is volgens het statistiekbureau echter niet veranderd. De daling van de export van goederen hangt samen met de krimp van de industrie. In de nieuwe berekening van het eerste kwartaal is ook de onlangs doorgevoerde revisie van de nationale rekeningen verwerkt. De Europese Commissie beveelt de lidstaten om minimaal elke vijf jaar te reviseren. Daarbij worden volgens het CBS onder meer nieuwe bronnen en methoden doorgevoerd, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer goed aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen.
Door de herziening zijn ook de voorgaande economische groeicijfers aangepast. Zo is kwartaal-op-kwartaalgroei in het vierde kwartaal van 2023 bijgesteld van 0,3 procent naar 0,1 procent. De krimp in het derde kwartaal van 2023 is bijgesteld van 0,3 procent naar 0,4 procent, de krimp in het tweede kwartaal van 2023 van 0,4 procent naar nul procent en de krimp in het eerste kwartaal van 0,4 procent naar 0,3 procent.
Neerwaartse banengroei
Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal van 2024 met 0,6 procent. Volgens de eerste berekening was dat 0,7 procent. Ook de jaarcijfers vanaf 1995 tot en met 2023 zijn na de revisie opnieuw vastgesteld. De economische groei in 2023 is daarbij onveranderd gebleven op 0,1 procent. De economische groei in 2022 kwam uit op 5,0 procent, dat was 4,3 procent bij de vorige berekening.
Het statistiekbureau stelde verder de banengroei in het eerste kwartaal van dit jaar neerwaarts bij. Volgens de tweede berekening steeg het aantal banen van werknemers en zelfstandigen met 39.000 ten opzichte van het vierde kwartaal. De eerste berekening kwam uit op een stijging van 42.000 banen.
