DEN HAAG – In het grondwater en in de rivieren, beken, meren en kanalen zitten te veel schadelijke stoffen. Dat constateert de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Het gaat onder meer om stoffen uit mest, PFAS, resten van medicijnen, minieme stukjes kunststof en bestrijdingsmiddelen.
De inspectie wil dat de overheid meer doet om de kwaliteit van het water te beschermen. Vergunningen moeten worden aangescherpt en daar moet beter op worden gecontroleerd, vindt de organisatie. De samenleving ondervindt namelijk schade van de vervuiling: “drinkwater, voedselvoorziening, gezondheid en natuur komen in gevaar”.
Sommige stoffen, zoals PFAS, zijn heel moeilijk uit het water te halen. Daardoor zijn waterschappen en drinkwaterbedrijven steeds meer geld kwijt aan het zuiveren van het water, en burgers draaien daarvoor op. Het is beter om minder ‘probleemstoffen’ te lozen, aldus de inspectie.
‘Niet goed afgestemd’
Ministeries werken langs elkaar heen, constateert de ILT ook. Zo hebben de ministeries van Landbouw en Infrastructuur hun regels over bestrijdingsmiddelen en mest “niet goed op elkaar afgestemd”.
Demissionair minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat zijn ministerie en het departement van Landbouw overleggen met de Unie van Waterschappen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit over beter toezicht en betere handhaving.